NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
Onderwijs en training in eenvoudige en complexe handelingen met proefdieren
NTS-identificatiecode
NTS-NL-012220 v.1, 13-04-2022
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
Onderwijs
Training
Competentiedossier
Opleiding
Leven Lang Leren
Doel(en) van het project
Hoger onderwijs
Opleiding voor het verwerven, op peil houden of verbeteren van beroepsvaardigheden
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
Doelstelling van dit projectvoorstel is om personen te trainen in een aantal eenvoudige tot complexe technieken en handelingen aan proefdieren in het kader van hun onderzoek of opleiding. Deze personen worden de technieken en handelingen, die bijvoorbeeld beschreven staan in het opleidingsplan of onderzoeksproject, aangeleerd bij proefdieren onder instructie en toezicht van een ervaren medewerker. Daarnaast biedt dit project de mogelijkheid om nieuwe technieken en handelingen uit te voeren bij proefdieren om noodzakelijke expertise hierin op te doen en de haalbaarheid hiervan in te schatten. Met dit projectvoorstel wordt invulling aan de wettelijke verplichting van de vergunninghouder om zorg te dragen voor de bekwaamheid van zijn personeel dat betrokken is bij het uitvoeren van dierproeven.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
De beoogde uitkomst van dit projectvoorstel is dat personen die werken met proefdieren (PhD studenten, stagiaires, biotechnici, dierverzorgers en andere medewerkers) op een verantwoorde wijze bekwaam worden in de uitvoer van bepaalde technieken en handelingen bij proefdieren die het – onder omstandigheden – maximale welzijn van het proefdier garandeert. Middels onderwijs en training wordt de bekwaamheid van personen bevorderd onder instructie en toezicht van een ervaren medewerker. Ook kunnen nieuwe technieken geoefend worden voordat ze worden toegepast in een onderzoek. Dit voorkomt dat experimenten mislukken doordat de techniek niet geschikt blijkt te zijn. Dit leidt tot verfijning, uniformiteit en verantwoorde proefdierverzorging en proefdieronderzoek volgens de wet- en regelgeving.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
Trainingen zullen worden uitgevoerd in eenvoudige tot complexe technieken en handelingen bij proefdieren. De handelingen lopen uiteen van (maar beperken zich niet tot) het vasthouden van dieren, het geven van een injectie, toedienen via de bek, maar ook eenvoudige tot complexe operaties onder narcose. Daarnaast zullen ook nieuwe technieken en handelingen bij proefdieren kunnen worden uitgevoerd om de haalbaarheid van een bepaalde techniek te bepalen. De keuze van de technieken en handelingen bij proefdieren is afhankelijk van lopende onderzoeksprojecten, opleidingsplannen, ontwikkeling van nieuwe technieken en de trainings-aanvraag.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
Bij de training van personen met bepaalde handelingen of technieken bij proefdieren is de mate van ongerief afhankelijk van de betreffende techniek of handeling en de duur hiervan. De dieren kunnen stress ervaren door het vasthouden of het onder narcose gebracht worden of ondergaan kortdurende pijn door bijvoorbeeld een injectie. Bij sommige handelingen onder anesthesie komen dieren niet meer bij (terminaal). Bij andere is dit wel het geval en zal passende monitoring en strikte humane eindpunten worden toegepast. Bij alle handelingen en technieken wordt er op gelet dat het cumulatief ongerief nooit meer dan matig wordt. De algemene inschatting is dat 40% van de handelingen terminaal zijn, 50% licht ongerief en maximaal 10% matig. De handelingen worden stapsgewijs uitgevoerd onder leiding van bekwame trainers. Indien er meer dan matig ongerief optreedt wordt de training onmiddellijk gestopt.
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
10000
4000
5000
1000
0
Ratten (Rattus norvegicus)
2000
800
1000
200
0
Cavia’s (Cavia porcellus)
250
100
125
25
0
Syrische goudhamsters (Mesocricetus auratus)
250
100
125
25
0
Konijnen (Oryctolagus cuniculus)
250
100
125
25
0
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
De proefdieren worden na of tijdens de training gedood. Indien de training ‘licht’ ongerief veroorzaakt, kan een dier hergebruikt worden voor een vervolgtraining. Echter het cumulatieve ongerief mag niet meer dan ‘licht’ worden. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van zogenaamde ‘surplus’ dieren die anders wegens overtolligheid gedood zouden worden. Het doden van dieren vindt plaats op een moment die best passend is binnen de uitvoer van de training van een bepaalde techniek of handeling. Het doden van de dieren op zich kan ook onderdeel of einddoel zijn van de training zijn. Waar mogelijk worden technieken of handelingen uitgevoerd op dieren onder anesthesie die hieruit niet meer bijkomen (terminaal).
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Doelstelling van dit project is om personen te trainen in een aantal eenvoudige tot complexe technieken en handelingen bij proefdieren om op een verantwoorde wijze bekwaam te worden in de uitvoer hiervan met als doel het maximale welzijn van de proefdieren te bewaken. Voorafgaand aan de techniek of handeling zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van beeldmateriaal of demonstraties/instructies op een artificieel model of dood dier.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
Om gebruik van proefdieren tot een minimum te beperken met behoud van gedegen training in technieken en handelingen, wordt per trainingsaanvraag gekeken of hier levende dieren voor nodig zijn en hoeveel dieren dan precies gebruikt zouden moeten worden. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van surplus dieren die anders wegens overtolligheid gedood zouden worden. Wanneer het mogelijk is handelingen op een dier te combineren wordt dit gedaan. Bepaalde dieren kunnen naast het experimentele doeleinde waarvoor ze zijn bestemd, ook worden gebruikt voor training (samen gebruik). Waar mogelijk wordt ook gebruik gemaakt van surplus fokdieren van een leverancier. Bij reeds bekwaam personeel in de uitvoer van dierproeven kan toetsing van de bekwaamheden tijdens het experiment plaatsvinden en zijn er geen extra dieren nodig. Deze trainingen zullen eraan bijdragen dat de kwaliteit van de uitgevoerde dierproeven van zo hoog mogelijk niveau zullen zijn zodat er minder variatie optreedt in de uitkomsten. Er zijn dan minder proefdieren nodig om een betrouwbaar resultaat te verkrijgen.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
Bij de uitvoer van trainingen binnen dit project wordt verfijning bereikt door de training te starten met een theoretische scholing. Deze wordt gevolgd door uitleg van de te leren handeling of techniek, deze kan o.a. plaatsvinden middels schriftelijke werkinstructies, Standard Operating Procedures, beeldmateriaal of instructiefilms of demonstratie en uitvoer op een modeldier of dood dier alvorens wordt overgegaan op de toepassing bij een levend dier. Tijdens trainingssessies met proefdieren wordt een maximum gesteld aan het aantal soorten handelingen, de duur hiervan, de tussentijd bij handelingen en de herhaling hiervan per dier.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Er wordt voornamelijk gewerkt met muizen en ratten. Deze worden het meest gebruikt als proefdier binnen het onderzoek en de trainingsvraag voor technieken en handelingen bij deze diersoorten is dan ook het grootst. Konijnen worden minder gehouden maar training is met enige regelmaat gewenst. Incidenteel kan er vraag zijn naar training met cavia’s of Syrische hamsters. De leeftijden van de dieren zal variëren. Het merendeel van de handelingen en technieken zal plaatsvinden bij (jong)volwassen dieren. Bij bepaalde technieken en handelingen kan het levensstadium van belang zijn.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
nee
Termijn voor BA
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem