NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
Proefdieronderwijs HBO-opleiding Biomedisch analist & Biotechnicus
NTS-identificatiecode
NTS-NL-662763 v.1, 17-05-2024
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
Laboratoriumonderwijs
Opleiding
Biomedisch analist
Biotechnicus
Doel(en) van het project
Hoger onderwijs
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
De doelstelling van de opleiding ‘Biologie & Medisch laboratoriumonderzoek’ is om studenten op te leiden tot laboratoriumanalist. Deze analisten spelen een grote rol in het wetenschappelijke onderzoek dat bij universiteiten en bedrijven wordt uitgevoerd. Daarnaast worden biotechnici op HBO niveau opgeleid om verantwoord dierexperimenteel onderzoek uit te voeren. De opleiding voorziet dus in een vraag van de arbeidsmarkt naar goed opgeleide, vakbekwame analisten.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
Het huidige project draagt bij aan de realisatie van het lesprogramma dat in nauwe samenwerking met het werkveld wordt vormgegeven. Door deze betrokkenheid wordt het werkveld voorzien van laboratoriumanalisten met de juiste kennis en vaardigheden. De opbrengst van het eerste deel van dit project heeft betrekking op de kennis van de anatomie en de vaardigheden in het afnemen, bewerken en beoordelen van stukjes weefsel. Deze kennis en vaardigheden zijn van belang voor onderzoek en diagnostiek m.b.t. de bouw, functie en pathologie (ziekteleer) van organen en weefsels. De opbrengst van het tweede deel van dit project heeft betrekking op het aanleren van de praktische vaardigheden in de afstudeerspecialisatie ‘dierexperimenteel onderzoek’ waarin studenten worden opgeleid tot Biotechnicus op HBO niveau ex. artikel 6 Dierproevenregeling. Analisten die deze afstudeerspecialisatie succesvol hebben afgerond zijn bevoegd voor het werken met proefdieren in laboratoria. De studenten worden getraind in technische aspecten die betrekking hebben op het werken met proefdieren (verzorging, welzijn, hanteren, injecteren, bloed afnemen, invasieve ingrepen, anesthesie en doden). Daarnaast wordt er ook veel nadruk gelegd op de ethische omgang met proefdieren.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
In what procedures will the animals typically be used De negatieve effecten voor deel 1 zijn zeer beperkt omdat de dieren gedood worden voordat er handelingen plaatsvinden. De negatieve effecten van deel 2 zijn als volgt: a) De muizen worden gebruikt om de studenten te leren hanteren en injecteren. Omdat de handelingen worden uitgevoerd door onervaren studenten zullen de muizen meer stress ervaren dan wanneer dit door een ervaren beroepsbeoefenaar wordt gedaan. Verder wordt er een muis gedood zodat de studenten het injecteren eerst hierop kunnen oefenen. De negatieve effecten voor deze muis zijn zeer beperkt aangezien er geen handelingen worden uitgevoerd voordat de muis gedood is. b) Ratten worden gebruikt om de studenten het hanteren te leren wat geen ongerief oplevert voor de rat, omdat deze makkelijker te hanteren zijn door onervaren studenten. Daarnaast leren de studenten chirurgische operaties uit te voeren op een levende rat. Dit gebeurt onder directe, begeleiding van een bevoegd en bekwame docent. De rat wordt geanestheseerd gedurende de operaties en zal aan het eind worden gedood zonder bijkomen. Wij verwachten dat de ratten geen pijn zullen ervaren omdat voor de operatie pijnstilling wordt toegediend en eventueel ook tijdens de operatie.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
Verdere negatieve effecten voor deel 1 zijn beperkt omdat de dieren gedood worden voordat er handelingen plaatsvinden. Dieren worden verzorgd onder standaard huishouderij regels door bekwame medewerkers. Ook voor deel 2 zijn er geen verdere effecten omdat na de invasieve ingreep de dieren gedood worden zonder dat deze dieren bijkomen uit de narcose
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
815
0
815
0
0
Ratten (Rattus norvegicus)
840
0
840
0
0
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
Voor deel 1 worden de dieren gedood omdat de studenten de organen en weefsels nodig hebben en om de technische vaardigheden en inwendige anatomie te leren Voor deel 2 is de bestemming als volgt: a) muizen worden gedood omdat na injectie gekeken moet worden of er juist geïnjecteerd is en er nog een hartpunctie wordt uitgevoerd b) ratten en muizen worden gedood zonder dat de dieren uit de narcose zijn bijgekomen zodat de chirurgische ingrepen kunnen worden gecontroleerd
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Voor deel 1 is geen vervanging mogelijk omdat er vers weefsel nodig is. Een goed alternatief om vers weefsel te verkrijgen is niet voorhanden. Weefsel dat bij de slager vandaan komt is al onderhevig aan verval. Vanwege wet en regelgeving is het verkrijgen van vers weefsel via slachthuizen ook niet mogelijk. Gezien de wet en regelgeving en ethische bezwaren is het verkrijgen van humaan weefsel niet toegestaan. Ook voor het anatomie-onderwijs zijn ‘vers’ gedode dieren nodig waarvan de inwendige anatomie nog niet is verstoord. Uit didactisch onderzoek blijkt dat studenten het meest leren wanneer er gebruik wordt gemaakt van ‘echte’ dissectiepractica. Plastic modellen zijn aanwezig maar hebben hun beperkingen. Verder moeten de studenten verschillende technieken van weefselafnames leren die niet op kadavers uitgevoerd kunnen worden vanwege het verval van het weefsel. Voor deel 2 zijn de overwegingen m.b.t. vervanging als volgt: a) Voor het leren hanteren en injecteren van muizen zijn geen alternatieven beschikbaar. Wel wordt het hanteren geoefend op een van stof gemaakte muis en het injecteren eerst geoefend op een dode muis. b) Voor het leren hanteren van ratten en het uitvoeren van een chirurgische operatie op een levende rat of muis is geen vervanging mogelijk. Kadavers, plastic modellen en demonstratie video’s zijn daarom aanvullend lesmateriaal ter voorbereiding op de chirurgische operaties. De kadavers zijn afkomstig van andere proefdiercentra of commerciële leveranciers.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
Voor het onderwijs m.b.t. vaardigheden in het afnemen, bewerken en beoordelen van stukjes weefsel worden ratten en muizen gebruikt. Per klas prepareren verschillende groepjes studenten verschillende organen. Op deze manier verminderen we het aantal benodigde aantal dieren tot één per klas. Ook werken de studenten tijdens het anatomie-onderwijs in viertallen aan één rat. Dit is het maximum aantal studenten per rat waarbij het onderwijs nog effectief is. Door meerdere studenten aan één rat te laten werken verminderen wij het aantal benodigde ratten. In deel 2 gebruiken we ratten en muizen. Het leren hanteren van muizen wordt verspreid over een aantal dagen uitgevoerd. Hierdoor kunnen de muizen meerdere keren worden gebruikt en dit draagt bij aan de vermindering van het aantal muizen. Voor hanteren van ratten worden geen extra dieren gebruikt. Voordat de operaties op de levende dieren worden uitgevoerd worden er demonstratie video’s bekeken, plastic modellen bestudeerd en geoefend op kadavers. Deze kadavers zijn goed genoeg als oefenmateriaal. Hiermee verminderen we het aantal dieren dat nodig is om de operatie te leren. Hiermee bereiken we een maximaal leereffect met zo min mogelijk dieren.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
Voor het anatomie-onderwijs in deel 1 worden ratten gebruikt omdat deze groot genoeg zijn om de inwendige anatomie goed te kunnen aanschouwen. Voor de weefselbewerkingslessen in deel 1 gebruiken wij in eerste instantie muizen omdat deze genoeg materiaal opleveren. Voor het vervolg op deze weefselbewerkingslessen gebruiken wij ratten omdat de studenten dan meer weefsel nodig hebben. Omdat merendeel van de studenten gaat werken met muizen leren wij de studenten ook hoe ze muizen moeten hanteren en injecteren. Aangezien ratten ook een aanzienlijk deel van de proefdieren vormen, maar gemakkelijker zijn in omgang leren de studenten ook deze dieren te hanteren. Deze lessen duren een aantal dagen. De dieren worden in deze tijd door de studenten, onder directe begeleiding van een docent, iedere dag beoordeeld op symptomen van ongerief. Voor het aanleren van de invasieve ingrepen in deel 2 worden eerst ratten gebruikt omdat deze vanwege de grootte geschikt zijn voor onervaren studenten. Hierbij wordt gekeken naar het uiterlijk, uitloop van ogen & neus, het gedrag en de ontlasting. De dieren, die worden gebruikt voor de invasieve ingrepen, krijgen voor de operatie pijnstilling en indien nodig ook tijdens de operatie. Tijdens de operaties wordt gecontroleerd op parameters als temperatuur, hartslagfrequentie, zuurstofverzadiging en reflexen. Bij afwijking wordt direct ingegrepen om dit te herstellen. Hoewel het dier onder narcose is en zeer waarschijnlijk geen ongerief ervaart, wordt het dier toch direct gedood als de parameters niet te herstellen zijn.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Voor het onderwijs m.b.t. vaardigheden in het afnemen, bewerken en beoordelen van stukjes weefsel worden ratten en muizen gebruikt. Per klas prepareren verschillende groepjes studenten verschillende organen. In het eerste jaar wordt een muis gebruikt en in het tweede jaar een rat. De species wordt gekozen vanwege de grootte van de organen die nodig zijn. Voor de anatomie les die in groepjes van 4 studenten wordt gedaan in het tweede jaar is een rat gekozen ook voor zijn grootte. De verdeling van man en vrouw is gelijk onder de dieren en we werken altijd met jong volwassen dieren van 8 weken. Voor de praktische vaardigheden als fixeren en injecteren met levende dieren gebruiken we een aparte groep muizen, omdat deze ongerief krijgen door hanteren door onervaren studenten. Vervolgens worden ratten gebruikt voor het leren van operaties op een levend dier. Deze zijn groot en de student heeft dan goed zicht op de handelingen de deze uitvoert en het leerrendement is dan groter. Deze operaties worden daarna ook uitgevoerd op muizen, omdat vanuit het werkveld hier meer vraag naar is. Ook voor dit hebben de dieren een leeftijd van 8 weken.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
nee
Termijn voor BA
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem