NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
Fokken van genetisch gewijzigde knaagdieren met (risico op) ongerief
NTS-identificatiecode
NTS-NL-674012 v.1, 20-10-2022
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
genetisch
gewijzigd
muis
rat
Doel(en) van het project
Instandhouding van kolonies van bestendig genetisch gewijzigde dieren, niet gebruikt in andere procedures
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
Voor wetenschappelijk onderzoek worden vaak muis- of ratmodellen gebruikt waarin een bepaald gen of eiwit in een dier ontbreekt of veranderd is. Deze aanvraag heeft tot doel om dieren te fokken die een wijziging in het DNA hebben dat een risico geeft op ongerief. Een genetische verandering kan leiden tot belastende afwijkingen in het dier. Voor het fokken van deze dieren is daarom een vergunning nodig. Het uiteindelijke doel van deze gefokte dieren is dat ze gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Deze experimenten worden echter in andere vergunningen onderbouwd en maken geen deel uit van deze aanvraag. Er worden binnen deze aanvraag dieren gefokt die uiteindelijk gebruikt zullen worden voor wetenschappelijk onderzoek maar ook om een ‘lijn’ van dieren met een genetische verandering aan te houden. Vaak heeft het veel moeite gekost om de juiste genetische verandering in een muis of rat . Er wordt gefokt om dieren met de juiste genetische afwijking te hebben om te kunnen gebruiken in experimenten. Deze aanvraag heeft betrekking op zowel de ouderdieren als op de nakomelingen. Zolang de nakomelingen nog niet gebruikt kunnen worden in een proef (of gedood worden) vallen ze onder deze aanvraag. Een derde doel van deze vergunning is om te kunnen controleren of de gefokte dieren met een genetische wijziging te kunnen bepalen of ze de juiste genetische wijziging hebben. Dit is nodig om de juiste dieren te gebruiken voor een fok of om de juiste dieren te kunnen selecteren voor een experiment.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
Nu er meer en meer informatie beschikbaar is over de rol van genen of eiwitten in bepaalde ziekten, is een proefdier waarin een bepaald gen of eiwit is veranderd van grote waarde om het onderliggende mechanisme te kunnen onderzoeken. Deze diermodellen zijn erg geschikt om de rol van een specifiek eiwit of gen te bestuderen. Het fokken van dieren voor deze experimenten (die reeds vergund zijn) is noodzakelijk om deze experimenten uit te kunnen voeren. Deze diermodellen dragen bij aan meer inzicht in ziekteprocessen en aan de ontwikkeling van nieuwe therapieën.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
Dieren die gefokt worden, ondergaan vrijwel geen procedures. Dierkoppels produceren maximaal 6 nestjes. Ze worden goed in de gaten gehouden om eventuele symptomen door de genetische wijziging te kunnen volgen. Ze worden indien nodig gewogen. Het kan voorkomen dat er een stukje oor of een beetje bloed afgenomen wordt om de aanwezigheid van de genetische verandering te kunnen controleren. De gevolgen van een genetische wijziging kunnen leiden tot o.a. spontane tumorvorming in huid of darmen, verminderde activiteit (bij hartafwijkingen), achtergebleven groei, kronkel in de staart, bochel, tekort aan leverenzymen of een verstoorde afweer. Het is belangrijk om op te merken dat bij de meeste lijnen het ongerief sterk verminderd kan worden door bijvoorbeeld te fokken met ouderdieren die alleen drager zijn van het ‘verkeerde’ gen of door jonge dieren in experimenten te gebruiken als de symptomen pas op latere leeftijd ontwikkelen. Voor veel lijnen geldt bovendien dat er een verhoogde gevoeligheid is, en dat alle dieren risico lopen op het ontwikkelen van ongerief, maar een klein percentage van de dieren daadwerkelijk negatieve gevolgen ondervindt van de genetische wijziging.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
De genetische verandering kan leiden tot belastende afwijkingen in het dier. Dit hangt af van het gen of het eiwit dat veranderd is. Dit kunnen lichte symptomen zijn, zoals een afwijking in het uiterlijk, maar ook zwaardere symptomen zoals een afname van de algemene conditie (minder actief) of vermoeidheid en bloedarmoede (door spontane darmpoliepen), benauwdheid (hartfalen-modellen) of gewrichtsontstekingen (reumamodellen). Het is belangrijk om op te merken dat het gaat om een risico op ongerief. In veel lijnen is er sprake van een verhoogd risico op symptomen maar heeft 90-95% geen ongerief van de genetische afwijking. Het mannelijke dier kan maximaal 5 weken individueel gehuisvest worden om ongewenste nestjes te voorkomen. Het vrouwelijke dier werpt maximaal 6 nestjes.
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
31350
0
27290
3080
980
Ratten (Rattus norvegicus)
4670
0
3652
1018
0
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
De dieren worden gefokt voor wetenschappelijk onderzoek. De dieren worden na deze dierproeven vrijwel altijd gedood voor de analyse van hun weefsels. Er zijn ook dieren die gefokt worden om de lijn van dieren met een bepaalde genetische verandering aan te houden. Deze dieren worden gedood zodra ze te oud worden (8 maanden) of na maximaal 6 nestjes (vrouwelijke dieren) of omdat ze niet de goede genetische verandering hebben. Bij ingewikkelde genetische veranderingen die meerdere genen betreffen, heeft soms wel 90% van de dieren niet de goede combinatie van veranderingen. De meeste dieren worden dan gedood omdat ze niet verder gebruikt kunnen worden. Een aantal dieren wordt gebruikt voor training van medewerkers die procedures moeten leren en kun vaardigheid moeten bijhouden (dit is in een aparte vergunning beschreven). Ook kunnen soms weefsels van deze dieren nadat ze gedood zijn, soms nog gebruikt worden om labanalyses op te oefenen. Vanwege de wetgeving is het niet mogelijk om genetisch gemodificeerde dieren ter adoptie aan te bieden en zijn ze door de specifieke veranderingen alleen geschikt voor specifiek wetenschappelijk onderzoek. Dit maakt het moeilijk om ze te gebruiken voor ander onderzoek.
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Er worden steeds meer alternatieve, proefdiervrije modellen ontwikkeld om genen of eiwitten te bestuderen zoals mini-orgaantjes in een kweekschaal of zelfs op een chip. Echter kennen deze proefdiervrije modellen nog tekortkomingen in het nabootsen van de interactie tussen verschillende organen, de bloedsomloop en het afweersysteem. Deze modellen geven daarom nog geen goed beeld van wat er in een lichaam gebeurt. Er zijn daardoor nog steeds diermodellen nodig. Onderzoek met de diermodellen wordt in aparte vergunningen getoetst en vergund. Om dit onderzoek mogelijk te maken moeten er dieren gefokt worden voor deze proeven (deze vergunning). Een gevolg hiervan is dat er ook dieren gefokt worden om een genetische lijn in stand te houden.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
In plaats van dieren te blijven fokken om steeds nieuwe dieren beschikbaar te hebben met een bepaalde genetische verandering, wordt er nu ook vaak sperma of eicellen van deze dieren ingevroren. Deze worden ontdooid op het moment dat er dieren nodig zijn voor een proef. Er wordt dan een nieuwe fok opgezet. Dit is meer belastend voor de dieren dan een natuurlijke fok maar bespaart veel dieren. Om het aantal gefokte dieren zo laag mogelijk te houden, wordt in een studieplan uitgerekend hoeveel dieren er nodig zijn in een experiment om een vraag te beantwoorden. Het studieplan moet eerst worden afgestemd met de Instantie voor Dierenwelzijn van de instelling. Op deze manier wordt de fok afgestemd op dierproeven die daadwerkelijk gaan plaatsvinden en worden er zo min mogelijk dieren gefokt die uiteindelijk niet gebruikt kunnen worden. Binnen de instelling is veel ervaring met het aantal dieren dat gefokt moet worden om een lijn met een genetische verandering te behouden. Er is een delicate balans tussen zo min mogelijk dieren fokken en het beperken van het risico dat een lijn verloren gaat na een complicatie in een nestje.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
De dieren in fok worden dagelijks gemonitord op afwijkingen. Bij lijnen waarbij reeds bekend is welke afwijkingen door de genetische verandering verwacht worden, zullen andere overige afwijkingen op dezelfde manier beoordeeld worden als bij ‘gezonde’ dieren in fok. Er zijn specifieke afspraken over hoe afwijkingen behandeld kunnen worden of als het teveel ongerief oplevert voor het dier wanneer het gedood moet worden om verder lijden te voorkomen. Bij specifieke afwijkingen door een genetische verandering, zullen maatregelen genomen worden om het lijden te verminderen. Je kunt hierbij denken aan het geven van natgemaakt voer met veel calorieën erin of aangepast drinkwater. Om een dier met een bepaalde genetische afwijking te fokken, kan dit soms met ouderdieren die alleen ‘drager’ zijn van het gen. De ouderdieren hebben dan geen nadeel van deze genetische modificatie. Ook kunnen proeven uitgevoerd worden voordat de dieren symptomen ontwikkelen.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Muizen en ratten worden veel gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, omdat ze gemakkelijk genetisch te veranderen zijn, snel vermeerderen, gemakkelijk te houden zijn en de genetische veranderingen een goed model zijn voor de ziekte die wordt bestudeerd. Er wordt gekozen om geen dieren te gebruiken die ouder zijn dan 8 maanden omdat er dan minder gezonde nestjes geboren worden. De nakomelingen worden meestal als jong-volwassen of volwassen dieren gebruikt in dierproeven.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
ja
Termijn voor BA
31-12-2028
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
ja
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem