NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
proefdieronderzoek ter bepaling van de de veiligheid van (dier)geneesmiddelen (agro)chemicalien, biociden, medische hulpmiddelen, en viedingsingredienten, voor mens, dier en milieu.
NTS-identificatiecode
NTS-NL-355721 v.1, 05-12-2022
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
Wettelijk vereist proefdieronderzoek
Veiligheid
Productregistratie
Toxicologie
Gezondheid
Doel(en) van het project
Gebruik op grond van regelgeving en voor routineproductie: Toxiciteits- en andere veiligheidstests met inbegrip van farmacologie
Bescherming van het milieu in het belang van de gezondheid of het welzijn van mens of dier
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
Fabrikanten die de onder de titel genoemde producten op de markt willen brengen of houden, hebben hiervoor goedkeuring nodig van nationale en/of internationale overheidsinstanties zoals de EMA (European Medicines Agency) en FDA (Food and Drug Administration; USA) voor geneesmiddelen en de Europese Commissie voor chemische producten. Om deze goedkeuring te verkrijgen is een registratiedossier wettelijk verplicht. In dit dossier worden onder meer de productiewijze, de samenstelling, de indicatie (bij een geneesmiddel: voor welke ziekte of aandoening), de werking en de dosering beschreven. Ook de schadelijke effecten die de stof kan veroorzaken in mens, dier en/of het milieu alsmede de veiligheidsgrenzen. Dit dossier bevat naast literatuuronderzoek, gegevens die met computermodellen (‘in silico’), met laboratoriumonderzoek (‘in vitro’) en (verplicht) proefdieronderzoek zijn verkregen. Het onderzoek waarbij proefdieren nodig zijn dient ervoor om mens, dier en milieu zo goed mogelijk te beschermen tegen schadelijke effecten van bestaande en nieuwe stoffen. Deze plicht tot bescherming ligt bij de producenten, importeurs en distributeurs, en is vastgelegd in nationale en internationale wet- en regelgeving. De technische uitvoering van de dierproef wordt beschreven in door de overheid vastgestelde testrichtlijnen. De van toepassing zijnde testrichtlijn is afhankelijk van de verwachte blootstelling van de mens en/of het dier, het beoogd gebruik van de stof en geldende wet- en regelgeving. Stoffen/middelen die ernstige effecten kunnen hebben worden bijvoorbeeld niet - of alleen onder strikte veiligheidseisen - toegelaten. Met de dierproef wordt onderzocht of en bij welke dosering de betreffende stof schadelijke effecten veroorzaakt, wat de aard en ernst van deze effecten is, hoe lang zij aanhouden en of - en hoe snel - zij verdwijnen na stopzetting van de behandeling met de stof. Deze gegevens vormen vervolgens de basis voor de risicobeoordeling voor mens, dier en milieu en voor het vaststellen van de veiligheidsvoorschriften c.q. voor een veilig gebruik van de stof.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
Dit project draagt bij aan de bevordering van gezondheid en welzijn van mens en dier en de bescherming van het milieu doordat eventuele schadelijke effecten, die vastgelegd worden bij de registratie, bepalend zijn voor het op de markt brengen van (dier)geneesmiddelen, (agro)chemicaliën, biociden, medische hulpmiddelen, en voedingsingrediënten en -hulpstoffen, voor mens en dier.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
De belangrijkste procedures betreffen het doseren van de dieren langs verschillende routes (oraal via dieet, gavage, capsules, drinkwater, toediening via injectie, op de huid, via het oog of de neus) en het verzamelen van lichaamsmeterialen als bloed, feces en urine. Antal en duur van deze procedures zijn afhankelijk van de betreffende testrichtlijnen.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
Bij het testen van de veiligheid van stoffen kunnen de dieren ongemak, stress of pijn ondervinden. Dit kan komen door de manier waarop het te testen middel wordt aangebracht, bijvoorbeeld via injecties, of door het inbrengen van bloedafname-canules. Het kan ook komen door de effecten van het middel, zoals bijvoorbeeld koorts of huiduitslag. Daarnaast kunnen negatieve gevolgen worden ondervonden door de (tijdelijke) beperking van voedselinname, een noodzakelijke operatieve ingreep en (tijdelijke) wijze van huisvesting. Eventuele effecten zijn meestal korstondig van aard.
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
16000
0
14100
1740
160
Ratten (Rattus norvegicus)
449900
0
354658
93270
1972
Cavia’s (Cavia porcellus)
1400
0
686
238
476
Syrische goudhamsters (Mesocricetus auratus)
500
0
13
478
9
Konijnen (Oryctolagus cuniculus)
91950
0
80797
10502
651
Katten (Felis catus)
745
0
675
62
8
Honden (Canis familiaris)
3300
0
2051
1152
97
Varkens (Sus scrofa domesticus)
1200
0
394
581
225
Klauwkikkers (Xenopus laevis and Xenopus tropicalis)
20250
0
19845
324
81
Andere vissen (other Pisces)
64250
0
55576
7805
869
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Muizen (Mus musculus)
0
0
5
Ratten (Rattus norvegicus)
0
0
25
Cavia’s (Cavia porcellus)
0
0
5
Syrische goudhamsters (Mesocricetus auratus)
0
0
5
Konijnen (Oryctolagus cuniculus)
0
0
5
Katten (Felis catus)
250
0
50
Honden (Canis familiaris)
200
0
20
Varkens (Sus scrofa domesticus)
125
0
0
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
Bij de meeste dierproeven worden de dieren in het kader van de proef na afloop gedood. Dit is noodzakelijk voor nader onderzoek aan organen of weefsels om mogelijke effecten van de onderzochte stof na te gaan. Waar mogelijk passen wij hergebruik van proefdieren toe. Dit gebeurt alleen na een wachtperiode en als het ongerief beperkt is gebleven. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij onderzoek naar de opname in het bloed en de verdeling van de stof, de afbraak van de stof door de lever en de uitscheiding door de nieren. Verder stimuleren we -indien mogelijk- adoptie van proefdieren na afloop van de studie.
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Er is veel kennis om daar waar mogelijk vooronderzoek uit te voeren met computermodellen, celkweek-methodieken en in vitro experimenten met slachthuismateriaal. Zoals eerder aangegeven, betreft deze projectaanvraag echter wettelijk verplicht onderzoek waarvoor (inter)nationale regelgevende instanties het gebruik van proefdieren voorschrijven. Verandering in wet- en regelgeving zal altijd worden gevolgd, zeker als proefdiervrije mogelijkheden door de betreffende autoriteiten worden geaccepteerd. Het bedrijf is actief binnen het Nederlandse 3V-centrum (Vervanging, Vermindering, Verfijning), en het Europese Lab Animal Science (FELASA) netwerk. Het is daarom in een goede positie om de beste praktijken ter verbetering van het dierenwelzijn binnen het protocollair voorgeschreven contractonderzoek te stimuleren. Het bedrijf is actief betrokken bij bedrijfstak-overkoepelende initiatieven, gericht op het delen van de beste praktijken en de toepassing van de 3 V’s.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
Doel is om de dierproef, met zo min mogelijk dieren, zodanig uit te voeren dat deze betrouwbare resultaten oplevert die door de autoriteiten geaccepteerd worden. Het aantal dieren wordt in de meeste gevallen bepaald door de richtlijnen, naast gegevens uit eerder onderzoek en bijvoorbeeld bestaande productinformatie en literatuurgegevens. Indien zulke gegevens niet of onvoldoende beschikbaar zijn, wordt eerst met een gering aantal dieren een pre-test (een zogenaamde ‘pilot’) uitgevoerd of worden in een klein vooronderzoek de juiste dosering en route bepaald. Met deze gegevens wordt dan met een statistische analyse dan wel door vergelijking met eerdere (vergelijkbare) experimenten het minimale aantal dieren bepaald.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
De gekozen diersoort hangt primair af van de, op basis van wet- en regelgeving geldende richtlijnen. Uitgangspunt voor de diersoort is dat deze gevoelig moet zijn om de eventuele bijwerkingen te vinden om zo de veiligheidsmarges goed te kunnen vaststellen. Vissen zijn bijvoorbeeld gevoelig voor zeer kleine hoeveelheden toxische stoffen in water. Als er meerdere diersoorten geschikt zijn voor het doel van de dierproef wordt die diersoort gekozen waarvan bekend is dat de dieren de laagste pijnperceptie hebben, het minste lijden of stress ondervinden of het minst blijvend last ondervinden.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Ten behoeve van het beschreven regelgedreven onderzoek met proefdieren, zijn de volgende soorten van belang: Muis, rat, hamster, cavia, konijn, hond, kat, minivarken, klauwkikker en (overige) vissen. Alle levensstadia kunnen van toepassing zijn, varierende van ongeboren, tot pasgeboren, jong volwassen en volwassen.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
ja
Termijn voor BA
31-10-2028
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
ja
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
ja
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Mogelijk vanwege (gering) voorkomen van 'ernstig ongerief', aantallen proefdieren en gerelateerde ongeriefscores.
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem