NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
Het beïnvloeden van angst middels lichamelijke inspanning
NTS-identificatiecode
NTS-NL-692581 v.1, 17-02-2023
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
Angst
Trauma
Sport
Doel(en) van het project
Fundamenteel onderzoek: Zenuwstelsel
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
Angstklachten vormen een groot maatschappelijk probleem. Zo’n 30 procent van volwassen mensen heeft op enig moment in het leven een angststoornis. Tevens staan angststoornissen in de top 10 in de lijst van aandoeningen met de grootste ziektelast. Angststoornissen zijn dus veelvoorkomend en gaan gepaard met veel leed. Het is daarom belangrijk om te begrijpen welke factoren invloed hebben op het ontstaan en voortbestaan van excessieve angsten en hoe ze kunnen worden voorkomen en worden behandeld. Neurowetenschappelijk onderzoek kan hier een waardevolle bijdrage aan leveren. Dit kan worden gerealiseerd door de impact van bedreigende ervaringen (bijvoorbeeld een trauma) op het brein te bestuderen en te onderzoeken hoe deze veranderingen in het brein – en gedrag dat hiermee gepaard gaat - kunnen worden beïnvloed. Dit zou vervolgens aanknopingspunten kunnen bieden om angststoornissen aan te pakken in de praktijk. Eerder onderzoek suggereert dat lichamelijke inspanning een effect heeft op dergelijke angstgerelateerde veranderingen in de hersenen. Lichamelijke inspanning leidt tot de aanmaak van nieuwe hersencellen en kan zodoende invloed hebben op hoe een angstige leerervaring wordt opgeslagen in het brein. Lichamelijke inspanning zou hiermee kunnen helpen bij het voorkomen dat er angstklachten ontstaan nadat er een trauma is opgetreden. Het is tevens mogelijk dat hersencellen die zijn aangemaakt als gevolg van lichamelijke inspanning invloed hebben op eerder gevormde angstherinneringen. Dit zou betekenen dat lichamelijke inspanning niet louter kan worden ingezet om het ontstaan van angststoornissen te voorkomen, maar ook een effect heeft op al gevormde angsten. In dit project onderzoeken wij of lichamelijke inspanning nog te vormen en reeds ontwikkelde angsten beïnvloedt. Tevens zullen we in kaart te brengen welke neurobiologische mechanismen hieraan ten grondslag liggen. Het uiteindelijke doel van het project is om een basis te leggen voor effectief gebruik van lichamelijke inspanning om angststoornissen bij mensen terug te dringen.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
De inzichten die voortkomen uit het huidige onderzoek dragen bij aan het wetenschappelijke begrip van de manier waarop lichamelijke inspanning invloed heeft op angstherinneringen en angstig gedrag. Op de langere termijn zou het onderzoek aanknopingspunten kunnen bieden voor het verminderen van angstklachten. Dit zou voordelig zijn voor de grote hoeveelheid mensen die aan angststoornissen lijden, psychologen en psychiaters die mensen met een angststoornis proberen te behandelen en de maatschappij als geheel.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
1. De dieren zullen een ervaring ondergaan die angst oproept. Zij worden blootgesteld aan een omgeving waarin zij één of meerdere elektrische schokken krijgen toegediend (maximaal 3 die elk maximaal 2 seconden duren). Weken later worden zij blootgesteld (maximaal 15 minuten) aan een omgeving die dezelfde elementen bevat als de omgeving waarin zij eerder de schokken hebben gekregen. Deze blootstelling roept angst op. Tijdens de blootstelling ontvangen de dieren geen schokken, waardoor de angst geleidelijk (over de maximaal 15 minuten) steeds minder wordt. 2. Daarnaast krijgen de dieren injecties toegediend gedurende maximaal 9 weken (nooit meer dan één per dag en nooit meer dan drie dagen op rij) of op 7 opeenvolgende dagen voor verschillende doeleinden. Voorbeelden van deze doeleinden zijn het meten en beïnvloeden van de aanmaak van hersencellen en het meten en beïnvloeden van hoe de angstige leerervaring (zie 1.) is opgeslagen in het brein. 3. Een gedeelte van de dieren ondergaat ook een operatie (maximaal 1 uur) om de representatie van de angstige leerervaring in het brein te bestuderen. 4. Lichamelijke inspanning wordt in het project toegepast door bij de dieren een tredmolen in de kooi te plaatsen. De dieren zullen vervolgens uit zichzelf (vrijwillig) gaan rennen. De helft van de dieren (die in de controlegroepen) zal een geblokkeerde tredmolen in de kooi geplaatst krijgen en dus niet deze vorm van lichamelijke inspanning verrichten.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
1. De dieren zullen pijn ervaren tijdens het krijgen van de elektrische schok(ken) en angst tijdens de blootstelling aan de omgeving enkele weken later. 2. Naar verwachting zullen de dieren pijn ervaren op de plek waarop zij injecties krijgen toegediend. 3. Ook na de operatie zullen de dieren waarschijnlijk pijn ervaren. De duur van deze pijn verschilt per dier, maar zal naar verwachting niet langer zijn dan gemiddeld enkele dagen. Er bestaat ook een kleine kans op een ernstige bloeding of ontsteking op de operatieplek. De dieren waarbij dit op zou treden worden onmiddellijk gedood op een manier die zo min mogelijk pijn en stress veroorzaakt, zodat langdurig lijden wordt voorkomen. 4. De dieren zullen langdurig individueel worden gehuisvest om betrouwbare metingen van lichamelijke inspanning en angst te kunnen verrichten. Dit zal ongerief veroorzaken bij de dieren.
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
3370
0
0
3370
0
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
De dieren worden gedood (op een zo pijnvrij en stressvrij mogelijke manier) nadat het experiment is afgerond. Dit wordt gedaan omdat het voor het onderzoek noodzakelijk is dat de breinen van de dieren worden bestudeerd. De breinen zijn nodig om te onderzoeken wat de effecten zijn van lichamelijke inspanning op veranderingen van het brein als gevolg van een angstige leerervaring.
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Complexe interacties tussen lichamelijke inspanning en processen als leren en geheugen vinden hun oorsprong in verschillende regionen van het brein die intact en met elkaar in verbinding zijn. Dit vereist het gebruik van levende dieren en het bestuderen van hun gedrag.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
Wij hebben statistische berekeningen uitgevoerd op basis van eerder onderzoek waarin gelijksoortige procedures zijn uitgevoerd om in te schatten hoeveel dieren er nodig zijn om betrouwbare conclusies te trekken uit ons onderzoek. Daarnaast gebruiken we de onderzoeksgegevens die we zelf verzamelen in de eerste fases van ons onderzoek om nogmaals statistische berekeningen uit te voeren, zodat we weten of we in daaropvolgende fases van het project eventueel minder dieren kunnen gebruiken.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
We gebruiken verdovende en pijnstillende middelen tijdens en na de operatie om het lijden zo veel mogelijk te beperken. Om het welzijn van de dieren te bewaken, zullen we regelmatig - en extra intensief in de dagen na de operatie – de dieren observeren en indicaties van lijden op gestructureerde wijze in kaart brengen. Humane eindpunten (criteria voor het actief stopzetten van het dierexperiment wanneer een dier meer ongerief ondervindt dan noodzakelijk is voor het experiment) zullen worden toegepast als een dier onverwacht ernstige bijwerkingen vertoont. Het dier wordt dan gedood. Verder zullen wij literatuur bestuderen en nauw contact onderhouden met de instantie voor dierenwelzijn met het oog op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van procedures rondom operaties, monitoring, humane eindpunten of andere vormen van verfijning, om toe te passen in ons onderzoek.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Wij maken gebruik van muizen, omdat procedures op het gebied van leer- en geheugenprocessen en lichamelijke inspanning goed werken in deze diersoort en uitvoerig zijn omschreven. Daarnaast zijn er genetisch aangepaste stammen beschikbaar waarmee op accurate wijze de aanmaak van nieuwe hersencellen en het functioneren van het geheugen kan worden bestudeerd. Aangezien ons project gericht is op de invloed van lichamelijke inspanning en de aanmaak van nieuwe hersencellen op angstige herinneringen in het volwassen brein, zullen we muizen gebruiken die minimaal 8 weken oud zijn. Muizen van deze leeftijd worden beschouwd als jongvolwassen dieren.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
nee
Termijn voor BA
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem