NIET-TECHNISCHE PROJECTSAMENVATTING
Naam van het project
Ontwikkeling van gen- en celtherapie voor de behandeling voor pacemaker en geleidingssysteem disfunctie
NTS-identificatiecode
NTS-NL-993254 v.1, 25-06-2021
Nationale identificatiecode van de NTS
Veld wordt niet gepubliceerd.
Land
Nederland
Taal
nl
Indiening bij EU
Veld wordt niet gepubliceerd.
ja
Duur van het project, uitgedrukt in maanden.
60
Trefwoorden
hartgeleidingssysteem
AV-blok
pacemaker
celtherapie
gentherapie
Doel(en) van het project
Fundamenteel onderzoek: Cardiovasculair, bloed- en lymfestelsel
Omzettinggericht en toegepast onderzoek: Cardiovasculaire aandoeningen bij de mens
Doelstellingen en verwachte voordelen van het project
Beschrijf de doelstellingen van het project (bijvoorbeeld het aanpakken van bepaalde wetenschappelijke onduidelijkheden, of wetenschappelijke of klinische behoeften).
Het hart maakt zelf elektrische impulsen en coördineert hiermee het samentrekken van de hartspier. Dit wordt gedaan door de pacemaker en het geleidingssysteem van het hart. Deze bestaan uit een gespecialiseerd netwerk van cellen. De sinusknoop is de natuurlijke pacemaker van het hart. Een ander belangrijk onderdeel is de AV-knoop die zorgdraagt voor de impulsoverdracht binnen het hart. Als de sinusknoop of AV-knoop niet goed werken, ontstaan er trage hartritmestoornissen. Hoewel elektronische pacemakers ingezet kunnen worden om trage hartritme stoornissen te behandelen, kleven er nog wel veel nadelen aan deze behandeling, zoals onder andere een achteruitgang in hartfunctie, een onjuiste versnelling van het ritme tijdens inspanning, en het risico op potentieel levensbedreigende infecties van het pacemakersysteem. Er zijn daarom nieuwe alternatieven nodig om betere behandelopties te bieden voor patiënten met trage hartritmestoornissen. Biologische pacemakers, die kunnen worden gegenereerd met behulp van gen- of celtherapieën, kunnen nieuwe alternatieven bieden zonder de nadelen van elektronische pacemakers. In het huidige onderzoek zullen we gen- en celtherapieën testen die vooraf onderzocht zijn in modellen zonder proefdieren. Het hier aangevraagde onderzoek richt zich op aanvullend onderzoek in diermodellen met trage hartritmestoornissen die ontstaan doordat de de sinus en/of AV-knoop niet goed werken. Beide benaderingen, gen- en celtherapie, zullen worden gebruikt in specifiek gekozen diermodellen die de kwaliteit van wetenschappelijke resultaten maximaliseren en bijdragen aan een grotere voorspellende waarde voor de verdere ontwikkeling naar toekomstig gebruik bij patiënten.
Welke potentiële voordelen kan dit project opleveren? Leg uit hoe de wetenschap vooruit kan worden geholpen of mensen, dieren of het milieu uiteindelijk voordeel kunnen hebben bij het project. Maak, waar van toepassing, een onderscheid tussen voordelen op korte termijn (binnen de looptijd van het project) en voordelen op lange termijn (die mogelijk pas worden bereikt nadat het project is afgerond).
Op de korte termijn zal het project bijdragen in onderzoek naar gentherapie in het hart. Deze bijdragen zitten zowel in het verbeteren van de expressie strategie als het vinden van de meeste geschikte genen wordt bijgedragen aan behandelingen in diermodelen met een disfunctionele sinusknoop of AV-knoop. Ook de passendheid van een behandeling bij de verschillende diermodellen draagt bij aan de ontwikkeling van het onderzoeksveld. Op de lange termijn draagt dit bij aan de ontwikkeling van nieuwe therapeutische opties voor patiënten met trage hartritmestoornissen. Tot nu toe is genezing van trage hartritmestoornissen niet mogelijk en worden alleen de symptomen behandeld, een behandeling gericht op de oorzaak zou daardoor van grote waarde zijn. Niet alleen zullen herhaalde bezoeken aan een arts voor symptoombestrijding niet langer nodig zijn. zowel de verwachtte levensduur als de kwaliteit van leven voor patiënten neemt toe door de afname van symptomen. Positieve effecten zijn ook te verwachten in de klinische praktijk. De algemene werkdruk zal afnemen voor clinici die patiënten met trage hartritmestoornissen behandelen, omdat de behandeling de oorzaak wegneemt en daardoor een minder intensieve follow-up behoeft. Uiteraard heeft dit ook een positief sociaaleconomisch effect, waardoor er minder geld aan deze specifieke patiëntengroep hoeft te worden besteed en dus beschikbaar komt voor andere maatschappelijke behoeften. Daarnaast zullen onderzoekers die werkzaam zijn op het gebied van gentherapie en celtherapie profiteren van de resultaten en praktische ervaringen die zijn opgedaan met dit project, niet alleen voor hartaandoeningen, maar mogelijk ook voor het ontwikkelen van nieuwe gen- en celtherapieën voor andere ziekten. Er zullen nieuwe technologieën worden toegepast om therapeutische genen en cellen te identificeren. Instrumenten en procedures om de genen en cellen af te leveren op specifieke locaties in het zieke hart zullen worden ontwikkeld en gebruikt. En tot slot zullen er methoden worden ontwikkeld om te analyseren hoe deze nieuwe therapieën werkelijk werken, die uiteindelijk allemaal van nut zullen zijn voor de patiënten, zodra de technologie beschikbaar komt in de klinische praktijk.
Voorspelde schade
In welke procedures worden de dieren gewoonlijk gebruikt (bijvoorbeeld injecties, chirurgische procedures)? Vermeld het aantal en de duur van deze procedures.
De muizen zullen een aantal injecties in hun buik krijgen om de hartritmestoornis te veroorzaken. De ratten ondergaan hiervoor een operatie aan het hart. De muizen zullen met behulp van een echoapparaat een injectie (met de therapie) door de huid op de juiste plek in het hart krijgen of, indien nodig, zal de borstkas opengemaakt worden om het hart te behandelen. Bij de ratten zal de borstkas opengemaakt worden om de therapie toe te kunnen dienen in het hart. De dieren moeten herstellen van deze operatie. Bij de muizen en ratten zal regelmatig bloed worden afgenomen. Bij een deel van de ratten wordt eerst de therapie toegediend via een hartoperatie en na een aantal weken wordt onder narcose de hartafwijking veroorzaakt. Deze dieren komen dan niet meer bij uit deze laatste operatie. Bij alle ratten wordt één of twee keer een ECG onder narcose gemaakt. De dieren zijn dan al onder narcose voor het veroorzaken van de hartritmestoornis, het toedienen van de therapie of voor het doden.
Wat zijn de verwachte gevolgen/nadelige effecten voor de dieren, bijvoorbeeld pijn, gewichtsverlies, inactiviteit/verminderde mobiliteit, stress, abnormaal gedrag, en wat is de duur van die effecten?
Voor de muizen- en rattenonderzoeken zullen dieren stress ervaren als gevolg van het hanteren en herstellen van anesthesie en de eventuele individuele huisvesting na de operatie. Ook kan pijn worden ervaren door het ondergaan en het herstellen van de operaties. De dieren krijgen hier pijnstilling voor. Daarnaast kunnen de dieren last ondervinden van de trage hartritmestoornissen, wat inactiviteit en gewichtsverlies tot gevolg kan hebben. Ook voor de muisstudies is het waarschijnlijk dat transgene dieren last ervaren door de bijwerkingen van de stof die wordt gebruikt voor het activeren van het gen. Ook dit kan zich uiten in inactiviteit.
Welke soorten en aantallen dieren zullen naar verwachting worden gebruikt? Wat zijn de verwachte ernstgraden en de aantallen dieren in elke ernstcategorie (per soort)?
Soort:
Totaal aantal
Geraamde aantallen naar ernstgraad
Terminaal
Licht
Matig
Ernstig
Muizen (Mus musculus)
5550
0
0
5550
0
Ratten (Rattus norvegicus)
2880
0
0
2560
320
Wat gebeurt er met de dieren die aan het einde van de procedure in leven worden gehouden?
Soort:
Geraamd aantal te hergebruiken, in het habitat-/houderijsysteem terug te plaatsen of voor adoptie vrij te geven dieren
Hergebruikt
Teruggeplaatst
Geadopteerd
Geef de redenen voor het geplande lot van de dieren na de procedure.
Dieren zullen na de ingrepen worden gedood om organen en weefsels te verzamelen om de effecten van de toegediende therapieën in de weefsels en op de moleculaire processen in het hart te kunnen analyseren. Dit is nodig om een volledig beeld te krijgen van de verschillende therapeutische behandelingen die worden onderzocht. Dit is niet mogelijk bij onderzoeken op levende dieren. Om de werking van het hart en dan vooral het doorgeven van signalen in het hart die leiden tot het samentrekken en ontspannen van de hartspier te onderzoeken is het nodig om het hart in detail te kunnen onderzoeken. Bovendien maakt het doel van het project waar gekeken wordt naar een beter herstel van schade in het hart, het noodzakelijk om de weefsels te onderzoeken, maar ook de hartcellen en de processen in de cellen.
Toepassing van de drie V’s
1. Vervanging
Beschrijf welke diervrije alternatieven op dit gebied voorhanden zijn en waarom zij niet voor het project kunnen worden gebruikt.
Alle gen- en celtherapieën zullen eerst worden getest in het laboratorium voordat ze in diermodellen worden gebruikt, om de mogelijke potentie voor therapeutisch succes te bepalen voor aanvang van de dierproeven. Om de werking van de therapie op het hart te onderzoeken is het niet mogelijk om een proefdiervrij model te kunnen gebruiken. In dit project wordt beoordeeld of de gen- of celtherapie doeltreffend is om biologische pacemakers te genereren of de geleiding in het hart te herstellen, vooral op lange termijn. Proefdiervrije alternatieven kunnen de complexe interacties van gespecialiseerde cellen en structuren van het pacemaker en geleidingssysteem van het hart niet modelleren. Dit heeft betrekking op specifieke functies van het pacemaker en geleidingssysteem in gezonde en zieke toestand, de specifieke plek van pacemaker en geleidingssysteem-cellen in het hart en veranderingen van deze cellen over de tijd.
2. Vermindering
Leg uit hoe de aantallen dieren voor dit project zijn bepaald. Beschrijf de stappen die zijn genomen om het aantal te gebruiken dieren te verminderen en de beginselen die zijn gebruikt bij het opzetten van de studies. Beschrijf, waar van toepassing, de praktijken die gedurende het hele project zullen worden toegepast om het aantal dieren die in overeenstemming met de wetenschappelijke doelstellingen werden gebruikt, tot een minimum te beperken. Deze praktijken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit proefprojecten, computermodellen, het delen van weefsel en hergebruik.
Reductiestrategieën omvatten allereerst statistische berekeningen om met het minimum aantal dieren per experimentele groep toch significante en zinvolle resultaten te behalen. In vitro-methoden zullen worden toegepast om gen- en celtherapie te testen voordat ze bij dieren worden gebruikt, om het onnodig gebruik van proefdieren te voorkomen. Daarnaast worden experimenten zoveel mogelijk gecombineerd zodat dezelfde controledieren voor verschillende groepen gebruikt kunnen worden. We zullen er voortdurend naar streven om het aantal experimentele groepen verder te verminderen, en het aantal dieren per groep te verminderen (bijvoorbeeld door weefsel van één dier voor meerdere onderzoeken te verzamelen) wanneer er aanvullende informatie uit onze of gepubliceerde onderzoeken beschikbaar komt.
3. Verfijning
Geef voorbeelden van de specifieke maatregelen (bv. verscherpte monitoring, postoperatieve behandeling, pijnbestrijding, training van dieren) die in verband met de procedures moeten worden genomen om de welzijnskosten (schade) voor de dieren tot een minimum te beperken. Beschrijf de mechanismen om gedurende de looptijd van het project nieuwe verfijningstechnieken in gebruik te nemen.
Verfijningsstrategieën zijn gericht op het vermijden van het lijden van de dieren. Allereerst zullen de behandeling en het aantal ingrepen tot een minimum worden beperkt om het dier aan zo min mogelijk menselijke manipulatie bloot te stellen. Bij elke ingreep worden de dieren zo kort mogelijk uit hun eigen omgeving gehaald. De kooi wordt ook zo snel mogelijk terug in het rek geplaatst om stress tot een minimum te beperken. Het experiment wordt uitgevoerd door ervaren en bekwame onderzoekers en technici. Dieren krijgen pre- en postoperatieve pijnverlichting. Dieren zullen ook routinematig worden geobserveerd om ongerief vast te stellen. Bij tekenen van verzwakking van dieren zullen acties worden ondernomen volgens de humane eindpunten en algemene richtlijnen. We zullen voortdurend streven naar verdere verfijning door te zoeken naar verbeteringen in monitoringtechnologie en dierproeven op basis van eigen ervaring in het project, communicatie met medewerkers en screening van nieuwe publicaties.
Licht de keuze van de soorten en de bijbehorende levensstadia toe
Er is gekozen voor volwassen muizen voor de experimenten met gentherapie omdat deze soort de meeste kennis biedt over de specifieke genfunctie in het hart (-geleidingssysteem). Bovendien zijn muizen het best geschikte model omdat ze ook een hart- en vaatstelsel hebben dat vergelijkbaar is met mensen. Dit geeft ons de mogelijkheid om de genfunctie en mechanismen die betrokken zijn bij hartgeleidingsziekten in detail te bestuderen, om zo de meest veelbelovende nieuwe therapiemogelijkheden te onderzoeken. Volwassen dieren zijn het beste geschikt om een volwassen hart- en hartgeleidingssysteem te onderzoeken. Er is gekozen voor volwassen ratten voor celtherapie, omdat het chemisch en chirurgisch geïnduceerde rattenmodel voor hartgeleidingsziekte beschreven is als een geschikt model. Het biedt namelijk goede mogelijkheden voor celinjecties en transplantatie van kleine kunstweefsels vanwege zijn relatief grotere omvang dan de muis. Deze keuze van diermodellen zal de kansen op experimenteel succes maximaliseren en tegelijkertijd wordt er verwacht dat dit een hoge transleerbaarheid zal hebben voor de kliniek.
Voor een beoordeling achteraf geselecteerd project
Project geselecteerd voor BA?
ja
Termijn voor BA
28-02-2027
Reden voor de beoordeling achteraf
Bevat ernstige procedures
ja
Maakt gebruik van niet-menselijke primaten
Andere reden
Toelichting van de andere reden voor de beoordeling achteraf
Aanvullende velden
Nationaal veld 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 4
Veld wordt niet gepubliceerd.
Nationaal veld 5
Veld wordt niet gepubliceerd.
Startdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Einddatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
Goedkeuringsdatum project
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 1
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 2
Veld wordt niet gepubliceerd.
ICD-code 3
Veld wordt niet gepubliceerd.
Link naar de eerdere versie van de NTS buiten het EC-systeem